“Training kan de gevolgen van sarcopenie verminderen, zelfs op hoge leeftijd”

Bij sarcopenie worden de spieren in het lichaam sneller afgebroken dan aangemaakt, waardoor de spierkracht afneemt. In deze blog vertelt geriatriefysiotherapeut Vera Luijckx-Comeau meer over de behandeling van sarcopenie.

Vera: “Spieren maken we aan in onze jeugd. Door te bewegen, onderhouden we ze. Wie ouder wordt, verliest per definitie spiermassa en spierkracht. Als die afbraak onder een bepaalde kritische grens komt, spreken we van sarcopenie. Tot 29 procent van de thuiswonende ouderen en zelfs 40 procent van ouderen in een woonzorginstelling krijgt de diagnose sarcopenie. Toch is het geen typische ouderdomsziekte. Je kunt sarcopenie ook krijgen op jongere leeftijd, bijvoorbeeld als je lange tijd niet beweegt door een ziekenhuisopname, of als je kanker hebt (gehad).”

“Mensen met sarcopenie hebben moeite met dagelijkse activiteiten zoals traplopen, knielen, opstaan vanuit een stoel en iets zwaars tillen. Ook hebben ze vaker botbreuken en komen ze vaker in het ziekenhuis terecht.” Sarcopenie is progressief, aldus Vera. “Dat betekent dat de klachten in de loop van de tijd toenemen en uitbreiden. Helemaal herstellen lukt meestal niet, zeker niet op oudere leeftijd. Wel kun je door (kracht)training, een actieve levensstijl en voldoende en eiwitrijke voeding het proces vertragen en de gevolgen van sarcopenie verminderen. Zelfs al ben je 80.”

“Als je merkt dat je minder kracht hebt in je armen of benen, vaker struikelt of zelfs valt, is het goed om naar de huisarts of praktijkondersteuner gaan. Die neemt een vragenlijst af en verwijst je eventueel door voor advies en behandeling, bijvoorbeeld naar een (specialistisch) fysiotherapeut. Als je op oudere leeftijd bent en meerdere (complexe) aandoeningen en lichamelijke beperkingen hebt, wordt de geriatriefysiotherapeut ingeschakeld. En als sarcopenie een indirect gevolg is van kanker, komt de oncologiefysiotherapeut in beeld. Je kunt ook rechtstreeks naar de fysiotherapeut gaan.”

Onderzoek en behandeling

Wat kan de fysiotherapeut voor je doen? Vera: “De (specialistisch) fysiotherapeut (of diëtist) meet eerst jouw spierkracht. Dit gebeurt met een handknijpkrachtmeting of zit-sta-test. Daarna wordt je spiermassa gemeten, met een speciale weegschaal of via een BIA-meting. Tot slot doe je een loop- en/of balanstest, zodat de fysiotherapeut kan zien hoe je lichamelijk functioneert.”

“De behandeling van sarcopenie door een (specialistisch) fysiotherapeut bestaat uit intensieve krachttraining en oefentherapie voor de benen, romp en armen. Dit gebeurt met fitnessapparatuur, weerstandsbanden en gewichten. Die oefeningen zijn best een beetje uitdagend, pas dan hebben ze effect.”

“Als de fysiotherapeut je naar een bepaald niveau heeft getraind en je weet welke oefeningen je daarvoor moet doen, kun je daarna zelf aan de slag. Je kunt ook trainen met een fitnessinstructeur of buurtsportcoach.”

Voorkomen en herstel

Hoe merk je dat je herstelt? Vera: “De spieren worden sterker: aan het begin van de behandeling kon je een oefening met 3 kilo doen, aan het eind met 5 kilo. En je merkt het in het dagelijks leven: je kunt zonder gebruik van de handen uit een stoel komen, weer knielen en tillen en de trap op en af lopen.”

Vera benadrukt dat je zelf veel kunt doen om sarcopenie te voorkomen. “Blijf actief en voorkom stilzitten. Ik adviseer hiervoor de beweegrichtlijnen van Kenniscentrum Sport & Bewegen, maar meer bewegen is altijd beter. En als er sprake is van beweegangst: vraag iemand in je omgeving om jou te ondersteunen en op weg te helpen.”