“Bij heup- of liesklachten gaat de voorkeur naar behandelen met fysiotherapie”

Heup- en liespijn komt voor bij mensen van alle leeftijden. Mensen die sporten en dan met name voetballers krijgen door het rennen, kappen, draaien en schieten echter eerder last van stijfheid en pijn. Toch stappen mensen vaak pas naar de fysiotherapeut wanneer hun prestaties minder worden. Sportfysiotherapeut Igor Tak: “Hoe korter je met klachten en pijn rondloopt, hoe sneller je terug bent op je oude niveau.”

“Bijna altijd hoor je dat de pijn in het begin nog wel ging, maar daarna verergert. Door de juiste dingen te doen, kun je klachtenbeelden over het algemeen prima ombuigen.” Aan het woord is Igor Tak, sportfysiotherapeut en mede-eigenaar van een sport orthopedische praktijk in Utrecht Oost. Hij vervolgt: “Voldoende rust zorgt ervoor dat pijn afneemt, maar alleen daarmee kom je er niet. Wanneer je dan weer gaat bewegen of sporten, komen de klachten terug. Een patiënt moet juist zoveel mogelijk blijven bewegen, zolang het goed voelt. In het begin heeft de fysio zowel een behandelende als coachende rol. Hoe verder in de behandeling je komt, hoe meer coachend de fysio wordt”, 

Fysio inschakelen

In eerste instantie bestaan heup- en liesklachten uit pijn en stijfheid na een fysieke activiteit zoals sporten of bewegen. “Als het jou en je prestatieniveau niet hindert hoef je daar niet meteen iets mee te doen. Heb je langere tijd last van stijfheid en pijn bij het opstaan ‘s ochtends, wanneer je beweegt of gaat bewegen? Of wordt de pijn zelfs erger? Dan is het verstandig om hulp in te roepen van de fysiotherapeut”.

Prognose

De therapie die een fysiotherapeut inzet, het advies dat hij geeft en de prognose worden bepaald door wat er aan de hand is. Na een gericht lichamelijk onderzoek door de fysio wordt al snel duidelijk of het ook echt om heup- en/of liesklachten gaat. “De binnenkant van de bovenbeenspiergroep is het vaakst aangedaan. Is daar niks te vinden? Dan zoek je verder en kijk je naar andere spieren en naar het heupgewricht. Met de hand zoek je naar de meest gevoelige plek. Ook wel palperen genoemd. Dit onderzoek koppel je aan een aantal actieve bewegingen die de patiënt maakt. Daarna worden oefeningen gedaan waarbij de fysio weerstand biedt. Deze bewegingen laten zien wat iemand wel kan en met welke intensiteit. De fysio krijgt zo ook een beeld van wat niet meer lukt op het niveau waarop je dat wel zou willen. Zoals sprinten, keren, versnellen of juist vertragen. Pas daarna stellen we een herstelprogramma op waarbij ‘wat doet pijn’ en ‘hoe wordt zo goed mogelijk getraind’ leidend is. Je werkt terug naar het oude activiteitenniveau van de patiënt. Om dat te bereiken doseer je de sportbelasting en pas je het oefentraject aan op basis van de vooruitgang die de patiënt boekt”. 

Het oude niveau

Uit onderzoek blijkt dat manuele behandeling in combinatie met specifieke oefentherapie een goed effect heeft op de klachten en terugkeer naar sport. Voor bijna alle heup- en liesklachten geldt dan ook dat de voorkeur gaat naar behandelen met fysiotherapie. Tak: “Door manuele behandelingen kortdurend te combineren met oefentherapie kun je het herstel van de patiënt versnellen. Daarbij moet je wel rekening houden met hoe lang iemand al klachten ervaart. Over het algemeen geldt: hoe korter je met klachten en pijn rondloopt, hoe sneller je terug bent op je oude niveau”. 

Andere onderzoeks- en behandelopties

Veel voorkomende klachten gaan over de binnenkant van de bovenbeenspiergroep. Andere aanstichters van heup- en/of liesklachten zijn de heupbuigspieren, het lieskanaal en het voorste bekkengewricht. “Als ondanks de beste behandeling of om onduidelijke redenen de klachten niet afnemen, onveranderd blijven of zelfs toenemen dan kijk je als fysiotherapeut naar andere onderzoeks- en behandelopties. Bij klachten waar het heupgewricht bij betrokken lijkt, is de sportarts en/of orthopedisch chirurg de aangewezen specialist om mee te denken. Heb je klachten waarbij het lieskanaal betrokken is, dan kan de algemeen chirurg om advies gevraagd worden. Zijn klachten moeilijker te duiden en hebben ze niks met bewegen te maken dan wordt de huisarts geraadpleegd. Een gerichte behandeling met een duidelijke prognose begint bij een goede diagnose, dus met een helder verhaal”.

 Igor doet onderzoek naar en promoveerde op heup- en liespijn. Zijn proefschrift vind je hier.