De beslissingen van de Geschillencommissie Fysiotherapie kunnen nuttige informatie opleveren voor cliënten, fysiotherapeuten en zorgaanbieders en bijdragen aan de kwaliteit van zorg. Hieronder vind je de analyse van de beslissingen. Deze beslissingen worden zonodig aangevuld met analyses van gepubliceerde uitspraken op basis van de Wkkgz.
Case 1 Beëindiging van de behandeling door de fysiotherapeut
De fysiotherapeut heeft zijn vermoeden dat klaagster gevoelens voor hem had met haar besproken. Omdat de problematiek van klaagster zijn competenties te boven ging en de gevoelens van blijvende aard leken, heeft de fysiotherapeut uiteindelijk besloten de behandelrelatie te beëindigen. Hij heeft hierover met klaagster gesproken en een behandeling door een haptotherapeut voorgesteld. Kort daarna heeft klaagster aan de fysiotherapeut per e-mail bericht dat zij verliefd op hem was. De inhoud van deze e-mail beschouwde de fysiotherapeut als een bevestiging dat hij er goed aan had gedaan de behandeling te beëindigen. Beëindiging van de behandeling door de fysiotherapeut en is nodig wanneer blijkt dat de patiënt affectieve gevoelens heeft voor de fysiotherapeut. Hij draagt de behandeling in overleg met de patiënt dan over aan een collega. Ook wanneer de fysiotherapeut vermoedt dat een patiënt affectieve gevoelens voor hem heeft is het verstandig de behandeling te beëindigen en over te dragen aan een collega.
De KNGF Beroepscode voor de fysiotherapeut artikel 13.
Ook de KNMG (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst) heeft hierover een richtlijn opgesteld: ‘Niet-aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst’.
Geschillencommissie Fysiotherapie – 18-01 Beslissing
Case 2 Dossiervoering
Op grond van de KNGF Richtlijn Fysiotherapeutische Dossiervoering informeert de fysiotherapeut de huisarts na afloop van de behandeling. Daarvoor dient afzonderlijk toestemming te worden gevraagd van een patiënt wanneer deze niet op verwijzing van de huisarts in behandeling is gekomen. Is de patiënt op verwijzing behandelt dan hoeft de fysiotherapeut geen toestemming te vragen.
De fysiotherapeut is verplicht een dossier te voeren met betrekking tot de behandeling. Deze dossierplicht houdt in dat aantekening wordt gehouden van de gegevens over de gezondheid van een patiënt en de uitgevoerde behandelingen inclusief eventueel andere stukken. Het verslag aan de huisarts bevat die informatie uit het dossier voor zover dit voor een goede voortzetting van de hulpverlening noodzakelijk is.
KNGF Richtlijn Fysiotherapeutische Dossiervoering en Beroepscode voor de fysiotherapeut
Geschillencommissie Fysiotherapie – 18-01 Beslissing
Klager verwijt de fysiotherapeut nalatig handelen omdat deze niet eerder een echo van zijn schouder heeft (laten) maken, de gemaakte echo’s onjuist zijn geïnterpreteerd en de beelden van de eerst gemaakte echo niet opgeslagen zijn in het dossier.
De Geschillencommissie heeft geoordeeld dat er op grond van de NHG-standaard Schouderklachten is gehandeld voor zover het gaat om het moment waarop de echo is gemaakt en het naar aanleiding van de resultaten hiervan voortzetten van de conservatieve behandeling.
Het niet opslaan van de echobeelden werd door de geschillencommissie echter verwijtbaar onzorgvuldig geacht. De fysiotherapeut was van mening niet verantwoordelijk te zijn omdat de echo niet door hem, maar door een collega – in loondienst- was gemaakt. Bovendien vond hij het opslaan van de beelden niet noodzakelijk omdat de bevindingen daarvan afdoende bleken uit de aantekeningen in het dossier. De Geschillencommissie achtte dit standpunt onjuist. Als zorgaanbieder in de zin van de Wkkgz is de fysiotherapeut/praktijkhouder verantwoordelijk voor de verleende zorg binnen de praktijk. Door te stellen dat met alleen de aantekeningen van de bevindingen kan worden volstaan, worden omvang en het doel van de dossier- en bewaarplicht miskend en het ontbreken van de beelden wordt de fysiotherapeut dan ook aangerekend.
Geschillencommissie Fysiotherapie – 2022-03 Beslissing
Case 3 Zorgvuldige behandeling
Klaagster meende dat de fysiotherapeut de behandelingen niet juist heeft uitgevoerd. Volgens klaagster heeft de fysiotherapeut bij de behandelingen te veel kracht gebruikt. De Geschillencommissie kwam tot de conclusie dat de door de fysiotherapeut gekozen behandeling passend was bij de hulpvraag van klaagster. Uit het overgelegde dossier kon niet worden afgeleid welke kracht bij de behandeling is gebruikt. De fysiotherapeut heeft de stellingen van klaagster in dit verband betwist en toegelicht dat de behandelingen met passende kracht zijn uitgevoerd. Dat de behandelingen niet zorgvuldig dan wel met teveel kracht waren verricht kon de Geschillencommissie dan ook niet vaststellen.
Klaagster verwijt verweerder dat niet professioneel is opgetreden tijdens de behandeling Volgens klaagster heeft er geen adequaat multidisciplinair overleg plaatsgevonden. Daarnaast is er ongegrond lang doorbehandeld en ontbrak voorlichting over de kosten en behandelcode.
Klaagster stelt dat zij niet is geïnformeerd dat de behandelingen op enig moment voor eigen rekening zouden komen. Klaagster heeft erkend dat zij bij aanvang van de behandeling ermee bekend was dat een maximum aantal behandelingen bij verweerder door haar verzekeraar zouden worden vergoed. In het medisch dossier bevindt zich in dat verband een door klaagster ondertekende ‘verzekering verklaring’, waarin klaagster uitdrukkelijk verklaart kennis te hebben genomen van de voorwaarden en huisregels van de praktijk en dat zij voor acht behandelingen per jaar was verzekerd, geen behandelingen bij andere paramedici had genoten dat jaar en niet onder bewind voering/curatele stond. Dat klaagster is op deze wijze voldoende ingelicht.
Geschillencommissie Fysiotherapie 2020-03 Beslissing
Klaagster verwijt de fysiotherapeut dat hij haar verkeerd heeft voorgelicht en behandeld. Klaagster kwam bij de fysiotherapeut vanwege kaakproblemen. De fysiotherapeut heeft haar nek, rug en schouders gecontroleerd en haar rug gemasseerd. De behandeling van de fysiotherapeut heeft ze ervaren als een vorm van misbruik. De Geschillencommissie gaat bij de beoordeling uit van hetgeen klaagster en de fysiotherapeut in de stukken naar voren hebben gebracht en kent ook een belangrijke betekenis toe aan hetgeen het dossier vermeldt. Er zijn geen aanwijzingen dat de fysiotherapeut in dit verband onzorgvuldig of nalatig is geweest.
Geschillencommissie Fysiotherapie 2020-04 Beslissing
Klaagster verwijt de fysiotherapeut dat zij haar geen correcte zorg heeft verleend. De fysiotherapeut heeft klaagster hard en verkeerd behandeld. Klaagster is daarnaast niet tevreden over de klachtafhandeling. Uit het dossier volgt ook dat is besproken dat massage een tijdelijke oplossing was en thuis oefeningen doen meer effect had. Er zijn geen aanwijzingen dat de fysiotherapeut in dit verband onzorgvuldig of nalatig is geweest. Ten aanzien van het verwijt van klaagster dat haar klacht over de behandeling van haar armen onvoldoende serieus is genomen overweegt de Geschillencommissie dat uit de stukken en ter zitting naar voren is gekomen dat de fysiotherapeut en haar collega’s met veel aandacht en de nodige tijd herhaaldelijk hebben geprobeerd een oplossing te vinden voor de klacht van klaagster. Dat hiermee volgens klaagster de klachtafhandeling desondanks niet is geslaagd betekent niet dat in dit verband een verwijt gemaakt kan worden aan de fysiotherapeut.
Geschillencommissie Fysiotherapie 2020-05 Beslissing
Klager verwijt de fysiotherapeut dat hij op het moment dat klager viel te ver weg stond om klager op te kunnen vangen. De fysiotherapeut heeft daardoor een onveilige behandelsituatie gecreëerd. Volgens klager had de fysiotherapeut bij een kwetsbare patiënt als klager voortdurend naast of achter klager moeten staan voor een veilige begeleiding van de oefening. De Geschillencommissie oordeelt dat er geen basisregel of een richtlijn die een standaard positie van de fysiotherapeut ten opzichte van een patiënt bij de uitvoering van deze specifieke loopoefening bepaalt. Relevant is dat in overleg met klager bij aanvang van de behandelingen het vergroten van zijn zelfvertrouwen om zonder begeleiding (langer buiten) zelfstandig te kunnen lopen als een hoofddoel was gesteld. Dit was een belangrijke reden voor de keuze van deze specifieke loopoefening, waarbij het bij de uitvoering juist van belang was om deze zelfstandig en zonder ‘vangnet’ te kunnen uitvoeren om tot het gewenste doel van de fysiotherapeutische begeleiding te kunnen komen. De handelwijze van de fysiotherapeut om bij de opbouw van de oefeningen met de loopladder gaandeweg meer op afstand te gaan staan, met als doel het zelfvertrouwen van klager te vergroten, acht de Geschillencommissie dan ook niet onprofessioneel. De Geschillencommissie heeft ook geen aanwijzingen dat er voor de fysiotherapeut aanleiding was om een andere inschatting te maken ten aanzien van het risico dat klager zijn evenwicht zou verliezen tijdens de uitvoering van de oefening dan wel in dat verband op dat moment extra veiligheidsmaatregelen te nemen. De feitelijk toedracht van het ongeval tijdens deze loopoefening is naar oordeel van de Geschillencommissie het gevolg van een ongelukkige samenloop van omstandigheden.
Geschillencommissie Fysiotherapie 2021-04 beslissing
Geschillencommissie Fysiotherapie – 19-02 Beslissing
Klager is van mening dat de door de bekkenfysiotherapeut toegepaste elektrotherapie bestaande klachten heeft verergerd en nieuwe klachten heeft doen ontstaan. Klager verzoekt om een schadevergoeding van € 20.000,-, omdat zijn kwaliteit van leven door de behandeling is afgenomen en hij kosten heeft moeten maken ten gevolge van de klachten die zijn ontstaan door de behandeling van de fysiotherapeut. De Geschillencommissie kwam tot de conclusie dat binnen de bekkenfysiotherapie het gebruikmaken van middenfrequente elektrotherapie een reguliere behandelmethode is. Noch uit de toelichting van de klager als de fysiotherapeut komen aanwijzingen naar voren dat de therapie bij klager onjuist is uitgevoerd. Daarom hoeft de Geschillencommissie ook niet te beoordelen of de klachten van de klager door de behandeling van de bekkenfysiotherapeute zijn ontstaan of verergerd en welke schade de klager daardoor heeft geleden.
Geschillencommissie Fysiotherapie – 2022-02 Beslissing
Klager verwijt de fysiotherapeut nalatig handelen omdat deze niet eerder een echo van zijn schouder heeft (laten) maken, de gemaakte echo’s onjuist zijn geïnterpreteerd en de beelden van de eerst gemaakte echo niet opgeslagen zijn in het dossier. Door het handelen van de fysiotherapeut is de klager te laat naar een orthopeed verwezen en is er later geopereerd dan zou zijn gebeurd bij een snellere verwijzing. De Geschillencommissie oordeelde dat de fysiotherapeut heeft gehandeld volgens de NHG-richtlijn schouderklachten en dat daarom het niet eerder maken van een echo en het voortzetten van de conservatieve behandeling na het zien van de resultaten van die echo niet onzorgvuldig of nalatig zijn geweest. Wel vindt de commissie het niet opslaan van echobeelden verwijtbaar onzorgvuldig en in strijd met de dossier-en bewaarplicht. Er is echter geen grond om te denken dat de beide gemaakte echo’s onjuist zijn geïnterpreteerd.
Geschillencommissie Fysiotherapie – 2022-03 Beslissing
Case 4 Zorgplicht
Uitgangspunt is dat een hulpverlener moet handelen conform de maatstaf van zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend hulpverlener in dezelfde omstandigheden had mogen worden verwacht. Als klaagster stelt dat de fysiotherapeut de zorgplicht heeft geschonden dan moet klaagster haar standpunt onderbouwen.
Beslissing GC 2020-02
Case 5 Deskundigenbericht en blokkeringsrecht
Voor de behandeling van het geschil was een deskundigenrapport nodig. Voordat het rapport door de deskundige aan de Geschillencommissie wordt voorgelegd kan klaagster haar blokkeringsrecht in roepen. Omdat klaagster zich na ontvangst van het rapport op haar blokkeringsrecht beroept, ontving de Geschillencommissie het rapport niet. Het gevolg was dat de klacht niet onderbouwd was en niet toegewezen kon worden.
Geschillencommissie Fysiotherapie – 18-01 Beslissing
Case 6 Algemeen
De fysiotherapeut had onder andere uit servicegerichtheid toegezegd de 36+ uitbreidingsaanvraag te zullen doen bij de zorgverzekeraar. Indien de fysiotherapeut uit servicegerichtheid een toezegging doet dan wekt hij bij de patiënt een verwachting en moet hij zijn toezegging ook tijdig nakomen.
Geschillencommissie Fysiotherapie – 17-01 Beslissing
Klager had naar zijn mening een te hoge rekening van € 40,00 ontvangen met een verkeerde code. Klager heeft € 30,00 voldaan. De fysiotherapeut heeft vervolgens de factuur deels gecrediteerd. Als de fysiotherapeut tegemoetgekomen is aan de wens van klager om een factuur deels te crediteren, dan heeft klager geen belang meer bij de administratieve afhandeling daarvan in de administratie van de fysiotherapeut.
Als beide partijen elkaar tegenspreken, kan de Geschillencommissie niet vaststellen wat er gebeurd is en/of de fysiotherapeut de privacy heeft geschonden dan wel klager onheus bejegend heeft.
Geschillencommissie Fysiotherapie – 18-05 Beslissing
Case 7 Ontvankelijkheid
Klaagster oefende zelfstandig in het zwembad van de zorgaanbieder en meende dat dit gedeclareerd kon worden bij de zorgverzekeraar onder de chronische code die zij van haar zorgverzekeraar had gekregen, zonder dat er sprake was van fysiotherapie. Klachten die niet de fysiotherapeutische zorg maar een commerciële activiteit betreffen zijn niet ontvankelijk.
Geschillencommissie Fysiotherapie – 17-01 Beslissing
Case 8 Bevoegdheid
Het geschil tussen klaagster en aangeklaagde was ook onder behandeling bij de civiele rechter. De Geschillencommissie is in dat geval niet bevoegd een geschil te behandelen.
Geschillencommissie Fysiotherapie – 18-02 Beslissing
Case 9 Zorgverzekering en facturen
Klager was door de fysiotherapeut behandeld, had de daarvoor ontvangen facturen voldaan. Klager heeft de facturen vervolgens bij zijn zorgverzekeraar voor vergoeding ingediend. De zorgverzekeraar heeft vergoeding van/behandeling van de facturen afgewezen vanwege het ontbreken van de declaratiecode, te weten de CSI-code (Code Soort Indicatie). De fysiotherapeut had de CSI-code niet op de factuur vermeld en na herhaald verzoek ook niet verstrekt. Facturen moeten ingevolge de Regeling paramedische zorg de diagnosecode (Diagnose Code Systeem Paramedische Hulp) en de CSI-code door een fysiotherapeut op de facturen te zijn vermeld om voor vergoeding door de zorgverzekeraar van de betaalde kosten voor behandelingen van fysiotherapie in aanmerking te komen.
Geschillencommissie Fysiotherapie – 19-03 Beslissing
Klaagster wilde dat de fysiotherapeut de nieuw gestarte behandeling weer op de chronische code declareerde. Uitgangspunt is dat het recht van een verzekerde op een bepaalde aard en omvang van zorg beperkt is voor zover hij of zij daar naar het deskundig oordeel van de zorgaanbieder redelijkerwijs op aangewezen is.
Met het behalen van de doelstelling van de behandeling werd een behandelepisode op basis van de chronische indicatie afgesloten. Bij behandeling van nieuwe klachten die geen verband hielden met de eerdere behandeling werd terecht een nieuwe behandelepisode opgestart. Weer behandelen op de eerdere chronische indicatie was niet mogelijk.
Beslissing GCF 2019-05, Beslissing GC 2020-02
Een zorgaanbieder moet de patiënt informeren over de kosten van de behandeling.
Beslissing GCF 2019-05, Beslissing GC 2020-02
Geschillencommissie Fysiotherapie 2020-03 Beslissing
Verweerder heeft op verzoek van en in overleg met klaagster mondelinge afspraken gemaakt over uitstel van betaling en daarom de declaratie pas later verzonden. Gemaakte afspraken zijn door verweerder niet schriftelijk aan klaagster bevestigd. Het was beter geweest om mondelinge afspraken over de betaling, bij afwijking van het tussentijds verzenden van declaraties, schriftelijk aan klaagster te bevestigen. Hetzelfde geldt voor het advies over het aanvragen van een verlenging van de chronische code.