Zo beleefde een IC fysiotherapeut de coronacrisis. “De hele beroepsgroep is er fantastisch mee bezig.”

Sylvia Hania werkt al 21 jaar als hart- en longfysiotherapeut op de IC van het VUMC in Amsterdam. Ze heeft de corona-uitbraak van zeer dichtbij meegemaakt en verloor zelfs een collega aan de ziekte. Toch kijkt ze niet alleen met verdriet terug: “De saamhorigheid en bereidheid voor elkaar door het vuur te gaan waren ongekend.” 

“In het prille begin van de uitbraak, toen er in Nederland eigenlijk nog geen gevallen bekend waren,  kregen we veel informatie vanuit Italië. Daarvandaan hoorde je vooral: ‘Be prepared.’ We hadden natuurlijk geen idee wat er zou gaan gebeuren. Er waren wel bijeenkomsten waarin gemeld werd dat er een stroom aan zat te komen. Maar je vraagt je eerst toch af: ‘Zou dat wel gaan gebeuren?’ We wisten het gewoon niet.” 

Schaarse materialen

“En toen ging het ineens heel snel. Eind maart stroomde bij ons de IC binnen een week helemaal vol. Als fysiotherapeuten stonden we er toen nog een beetje bij van ‘wat moeten we?’ Beschermende materialen waren schaars. We wilden wel écht een bijdrage leveren, maar dan zouden wij ook die schaarse materialen gebruiken. Dus wanneer is het juiste moment? Dat bleek al na anderhalve dag te zijn.”

Andere wereld

“Vanuit de ic-verpleging kwam het verzoek ‘kom ook want we hebben iedereen nodig’. En ja dan stap je wel echt een totaal andere wereld in. Je gaat door een soort sluis en aan de andere kant wordt je dan ingepakt in beschermende kleding door de anesthesie buddy’s. En dan kom je op de IC waar eigenlijk alle patiënten ontzettend ziek zijn. We draaiden vanaf week 1 of 2 gewoon mee met de verpleging. We konden in die eerste periode natuurlijk niet ons normale werk doen. We waren handen aan het bed. Hielpen met het draaien van patiënten en soms met zorg. Eigenlijk deed je gewoon alles wat er gevraagd werd.”

Sylvia voor ze de IC op gaat en als ze er net uit komt

Lange diensten

“Het is een bizarre ervaring. Iedereen is helemaal ingepakt, je ziet van je collega’s alleen de ogen. Je kunt niet aan je gezicht zitten, je kunt niet drinken, niet naar de wc. Het is volledig anders dan je gewend bent. Je draait lange diensten want elke keer dat je naar buiten gaat moet je daarna weer nieuwe beschermingsmiddelen. Je kunt dus niet steeds in en uit. Op een werkdag van 8 uur mochten we er twee keer eventjes uit.”

Surrealistisch

“Ik ben wel wat gewend maar wat het verschil is met een normale situatie is dat iedereen zo verschrikkelijk ziek was en dat bijna alle patiënten in de buikligging beademd moest worden. Dat is iets dat wij nooit zo massaal meemaken. En mensen lagen ook veel langer op de ic dan normaal, vaak een week of twee, drie. En ja, ik heb ook mensen zien overlijden, die we de dag daarvoor nog hielpen met draaien. Dat was heftig, maar wat ik vooral surrealistisch vond was de snelheid waarmee de overledenen van de ic werden afgehaald. Dan gingen ze heel snel door die sluis heen. Er kon ook geen familie bij zijn. Dat is zo anders dan wat we ooit meemaken. We hebben ook een collega verloren en dat hakt er gewoon ongelofelijk in. Je bent begaan met de patiënten en vindt het al moeilijk dat de familie er niet bij kan. En dan overlijdt ook nog eens een collega.” 

Met z’n allen

“Zelf ben ik ook wel angstig geweest. Vooral in het begin. Voor mijn eigen gezondheid en de onzekerheid: wat komt er nog meer over ons heen? Na twee, drie dagen op de IC was ik dat wel kwijt. Het heeft iets geks maar er zat ook een een sensationeel kantje aan: jij stond aan de frontlinie, je draaide mee, je bent van vitaal belang in het bestrijden van die ziekte. Wat me echt geraakt heeft en wat me nog altijd overeind houdt is dat iedereen zo bereid is om mee te werken. Dat draagt je er doorheen, dat je het met z’n allen doet.” 

Sociale contacten

“Van wat er in de wereld buiten gebeurde kreeg in die tijd niet zoveel mee. Omdat ik met COVID-19 patiënten werkte nam ik zelf natuurlijk de regels extra strikt in acht. Ik heb mensen maandenlang niet dichtbij laten komen, sociale contacten tot het minimum beperkt. Ik zag wel dingen voorbij komen, op facebook bijvoorbeeld, over kritiek op het beleid. Maar daar kon ik niks mee. Ik heb me daar echt voor afgesloten.”

Belangrijke rol

“Al deed je gewoon alles wat er op dat moment gevraagd werd, je blijft altijd in de eerste plaats fysiotherapeut. Dat neem je altijd mee, wat je ook doet. We liepen achter de triagedienst aan om te kijken naar de lighouding van de patiënt. Patiënten die al een beetje opknapten lieten we zo snel mogelijk op de bedrand zitten. Of van bed naar stoel lopen. We hebben een extra bedfiets aan kunnen schaffen speciaal voor Covid-patiënten, die we ook al vroeg inzetten om mensen weer in beweging te krijgen. Bij één kan dat sneller dan bij de ander. Ook hier moet je steeds per patiënt kijken wat mogelijk is. Het doel was natuurlijk om mensen zo snel mogelijk van de IC af te krijgen zodat er bedden vrijkwamen voor nieuwe patiënten. Daar spelen wij als fysiotherapeuten altijd een belangrijke rol in en nu helemaal.”

Intensief revalideren

“Na de IC gaan patiënten naar de Covid-afdeling. De revalidatie, die dus eigenlijk al op de IC begint, wordt daar doorgezet. Dat betekent dat je mensen toch al weer wat actiever gaat trainen. Van zitten op de bedrand en zelfstandig naar de wc gaan tot krachttraining en looptraining. Niet elke patiënt beloopt hetzelfde pad, ook hier is het maatwerk. Er is een multidisciplinair Covid-team dat samenwerkt om mensen zo snel mogelijk te revalideren. En dat is echt intensief. Je wilt mensen niet te vroeg naar huis sturen maar het doel is wel ze zo snel mogelijk het ziekenhuis uit te krijgen.” 

Saamhorigheid en samenwerking

“Ondanks het verdriet en de stress zag ik ook mooie dingen, vooral in die eerste heftige periode. Van de schoonmakers tot de chirurgen; iedereen was betrokken en actief, er was een enorme gedrevenheid. iedereen wil zijn steentje bijdragen. Daardoor hou je het vol. Er was ook een support team, er stonden psychologen klaar. Dus je voelde je ook heel erg in de rug gedekt, mocht er iets met je gebeuren.” 

We zijn allemaal in dezelfde richting aan het werk, alle neuzen staan dezelfde kant op

In de frontlinie

“Wat ik persoonlijk heel fijn vond is dat we als fysiotherapeuten overal in werden betrokken. We werden gezien en gehoord. Het was ook heel duidelijk wat onze rol was. Ik vond deze periode met name een bevestiging van het belang van wat wij altijd proberen te doen. 

En de vanzelfsprekendheid dat wij erbij waren. We stonden schouder aan schouder in de frontlinie. Ik ben IC fysiotherapeut maar ook long- en hart-fysiotherapeut. In het ziektebeeld van corona komen al mijn specialismen terug. We zijn nu ook uitgenodigd door de longartsen om mee te draaien in de poli van de post-ic patiënten met Covid-19. Dat past heel erg in waar je voor staat als long- en ic fysiotherapeut.”

Eén missie

“De hele beroepsgroep is er fantastisch mee bezig. Alles wat er ontwikkeld wordt, ook vanuit het KNGF, is erop gericht dat die patiënt geen restverschijnselen meer heeft en zo snel mogelijk weer kan meedraaien in de maatschappij op zijn oude niveau. We zijn allemaal in dezelfde richting aan het werk, alle neuzen staan dezelfde kant op. Dat is fantastisch om te zien. Deze aandoening heeft ook bewezen dat het wel kan om allemaal achter hetzelfde doel te gaan staan. Het straalt kracht uit. Dat is iets wat we hopelijk leren van deze periode. Dat we als fysiotherapeuten één missie hebben, hoe verschillend we ook zijn.”