Soms zie ik haar ineens weer voor me. Haar pretoogjes door haar bril heen. Die brede glimlach onder het zuurstofbrilletje. Twee jaar later, en ze komt nog steeds in mijn gedachten voorbij. Vooral op de momenten waarop ik het gevoel heb dat ik tekortschiet.
Juist in deze periode hebben veel mensen het gevoel dat ze tekortschieten. We moeten ons allemaal aanpassen: thuiswerken, onze kinderen zelf lesgeven. We kunnen niet mantelzorgen voor onze ouders of grootouders. Het gaat allemaal niet voluit, niet zoals we gewend zijn. Mijn zorgverlenershart gaat vooral uit naar alle artsen, verpleegkundige en fysiotherapeuten die coronapatiënten behandelen. Zij móeten wel voluit en verzetten fysieke en mentaal zwaar werk om levens te redden.
‘Ik had haar zo graag een andere einde gegund’
Twee jaar geleden belde ik – na overleg met mijn patiënte – de longverpleegkundige. Ik vroeg haar: ‘Bevindt mevrouw zich in de palliatieve fase, denk je?’. De longverpleegkundige vond van niet, ik van wel. Ik zag hoe mevrouw achteruitging, ze kwam amper nog buiten. Maar ik zag vooral dat ze bezig was met afscheid nemen. Een gesprek bij de notaris, een gesprek met haar kinderen, met haar man en met mij. Gesprekken over hoe nu verder, waar te wonen, hoe te leven? De longverpleegkundige zei toe dat ze met mevrouw zou praten over haar wensen en keuzes. Na afloop van dit gesprek informeerde ik hiernaar bij mijn patiënte. Het onderwerp was even aangestipt. Maar niet uitgebreid besproken. Het bleef bij mij knagen en ik besprak het met mijn werkgever. Zijn advies: ‘Bel de huisarts over overleg.’ Maar toen hij hoorde wie die huisarts was, zei hij: ‘Oh, maar die huisarts hoef je niet te bellen. Zij luistert niet naar fysiotherapeuten.’ Mijn patiënte overleed uiteindelijk onder vervelende omstandigheden. Ik had haar zo graag een ander einde gegund. Een zachte dood, met haar man en kinderen om zich heen. Rustig en verzorgd. Het mocht niet zo zijn. Achteraf vind ik dat ik me heb laten afschepen door de gedachte: ik ben máár een fysio. Had ik maar… Ik had het gevoel dat ik tekortgeschoten was.
‘Emoties worden overschaduwd door de noodzaak om door te gaan’
Mijn gedachten gaan deze dagen uit naar artsen, verpleegkundige en fysiotherapeuten. Zij hebben te maken met een structureel gebrek aan personeel, materiaal en tijd. Niet-urgente zorg blijft liggen. Een zorgverlener die niet kan zorgen zoals hij of zij zou willen, kan zijn hart niet volgen. Dit moet knagen. Het overlijden van een patiënt hoort bij het vak, maar de manier waarop maakt het voor zorgverleners emotioneel moeilijk, denk ik. Als zelfs verpleegkundigen de omstandigheden ‘mensonterend’ noemen, dan zijn de werkomstandigheden erg zwaar. Emoties mogen er zijn, maar vanwege de omstandigheden in deze crisis worden ze overschaduwd door de noodzaak om door te gaan.
Als werknemers, thuisonderwijzers voor onze kinderen en kinderen van bejaarde ouders herkennen we het gevoel van tekortschieten. Wij kunnen een stapje terug doen, we blijven binnen. Zorgprofessionals moeten nu – ondanks hun emoties – voluit doorwerken. Steun het zorgpersoneel, nu maar ook later. Met woorden en met daden staat Nederland achter alle mensen die nu werken op de IC’s. Dat vind ik mooi om te zien; daarom dit blog. Laten we straks, als corona achter ons ligt en de curve is gezakt, het zorgpersoneel niet vergeten. Juist omdát zij hun patiënten niet meer zullen vergeten.
Carlien Buurman is longfysiotherapeut in Zoetermeer. Ze blogt regelmatig op deze website en deelt haar ervaringen met het vak en vooral, met haar patiënten.