Cora de Vries* doet de deur open en draait zich direct weer om. Oei, denk ik. Ze heeft een slechte dag. Ik weet dat ze het liefste meteen naar de bank zou rennen om op adem te komen. Want dat lukt haar alleen zittend, voorovergebogen en steunend met de handen op de knieën. Met haar rug hoog opgebold, zodat alle spieren hun werk kunnen doen. Toch loopt ze rustig en langzaam terug naar haar huiskamer. Zo verspilt ze zo min mogelijk zuurstof – dat weet ze inmiddels wel. De zuurstofslang houdt ze stevig in haar hand, zodat ze er niet over struikelt.
De fase waarin Cora zich verontschuldigt voor haar gedrag ligt allang achter ons. We kunnen minutenlang samen zitten zonder iets te zeggen. Ik wacht tot ze op adem is. Soms zeg ik even dat ze daar rustig de tijd voor mag nemen. Dan glimlacht ze zachtjes en zegt dat ik gelijk heb. Vervolgens zwijgen we nog wat langer – tot ze op adem is en weer kan praten.
Het is inderdaad een slechte dag, vertelt ze. De hele week gaat het trouwens al slecht, ze heeft veel slapeloze nachten. Haar zinnen haperen op iedere ademhaling, ze onderbreekt zichzelf voortdurend voor een ademteug. Die trekt ze met volle kracht naar binnen – om vervolgens de zin opnieuw te onderbreken als ze met getuite lippen uitademt. Geduldig wacht ik telkens tot zij haar zin weer kan vervolgen.
‘Als je niets probeert, weet je ook niet wat helpt’
Cora weet dat de assistentes van onze praktijk goed getraind zijn om mijn longpatiënten te woord te staan. Ze stellen ja/nee vragen, laten veel pauzes vallen, vullen niet iemands zin aan. Ze nemen genoegen met één zin, zodat iemand meteen weer kan ophangen. Cora weet óók dat ik altijd – al is ze nog zó kortademig – probeer om iets te bedenken wat we kunnen doen. Als je niets probeert, weet je ook niet wat helpt.
Of we weer een ontspanningsoefening kunnen doen, vraagt Cora ditmaal. In haar woonkamer staat een bed. Daar rust ze als het haar overdag te veel wordt. Ze gaat op het bed liggen en ik wacht tot ze weer op adem is. Zelfs gaan liggen kost vandaag veel inspanning. Dan starten we met de adem- en ontspanningsinstructie. Ik ben erkend en geregistreerd adem- en ontspanningstherapeut volgens de Methode van Dixhoorn; daar heb ik heel veel aan in mijn werk als longfysiotherapeute. Al binnen een paar minuten heeft de behandeling effect. Cora benoemt het zelf ook; het ademen gaat makkelijker – tussen het in- en uitademen voelt ze een korte pauze. Door de oefeningen verdwijnt de overbodige spanning op de ademhaling. Na de ontspanningsinstructie vraag ik haar zoals altijd of ze nog even wil blijven liggen. Dat wil ze ditmaal. Ze doet haar ogen dicht. ‘Ik laat mezelf wel uit, en zie je vrijdag weer’, zegt ik. Zachtjes pak ik mijn spullen en vertrek. Ik hoop dat Cora nog even kan uitrusten voordat de thuiszorg komt. Fijn dat ze een klein beetje minder kortademig was. Ik hoop maar dat het ‘gewoon’ een longaanval was, en dat er geen onderliggende oorzaak is. Dat Cora nog invloed kan uitoefenen op de kortademigheid is in elk geval een goed teken.
‘Mensen zijn soms zo kortademig dat ze in paniek de spoedarts bellen’
Als de overbodige spanning op de ademhaling is weggezakt, kan ik de medische toestand beter inschatten. Soms adviseer ik dan om contact op te nemen met de huisarts die naar de longen kan luisteren en eventueel een kuur kan voorschrijven. Mensen met ernstige longklachten kunnen de ontspanningsinstructies thuis zelf herhalen, zonder dat ik erbij ben. Zo kunnen ze zelf hun angst- en paniekgevoelens verminderen. De kortademigheid voelt soms zo ernstig aan dat mensen in paniek een spoedarts of ambulance bellen. De ontspanningsinstructies kunnen ervoor zorgen dat mensen hun adem weer onder controle krijgen en niet in paniek raken. Een longfysiotherapeut heeft dus een belangrijke signalerende en ondersteunende functie. Het aanleren van vaardigheden om met kortademigheid en benauwdheid, maar ook angst- en paniekgevoelens, om te gaan in deze laatste levensfase zo belangrijk.
‘Soms heb je even iemand anders nodig om uit een negatieve spiraal te komen’
Ik ben blij dat Cora niet heeft afgebeld. Glimlachend denk ik: dat heeft ze goed ingeschat. Ze weet wat haar kan helpen en vertrouwt er ook op dát het helpt. Soms heb je even iemand anders nodig om uit een negatieve spiraal te komen. Goed kunnen inschatten wanneer je iemand anders nodig hebt, is ook een vaardigheid. Soms lijkt het van een afstand alsof je niets voor iemand kunt doen – en blijkt dat je toch weer hebt kunnen helpen. Zo vind ik altijd weer lichtpuntjes in mijn werk. Lichtpuntjes die voor iedereen waardevol zijn.
*Cora de Vries is een pseudoniem
Carlien Buurman is longfysiotherapeut in Zoetermeer. Ze blogt regelmatig op deze website en deelt haar ervaringen met het vak en vooral, met haar patiënten.